Eén van de belangrijkste bezienswaardigheden van Sevilla is de gigantische Catedral de Santa María de la Sede met haar opmerkelijke toren; beide prijken op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Wij wijdden een namiddag aan ons bezoek, want dat is gewoon nodig als je optimaal wil genieten van een schoon gebouw. (Het was voor mij de eerste keer dat ik langer dan tien minuten in een kerk kon rondhangen zonder dat mijn compagnon van het moment ongeduldig werd. Reisgezelschap met dezelfde interesses is wel zo handig zo.)
Je kan om te beginnen helemaal rond het complex wandelen. Sevilla is geen grote stad dus de kans is groot dat je op een wandeling langs de kathedraal passeert, bijvoorbeeld by night. Ook van aan het uitgangspoortje van het Alcazar heb je een mooi zicht.
Wat meteen opvalt, is dat de toren niet echt bij de kerk hoort. Oorspronkelijk stond hier een moskee, en indertijd was de Giralda met zijn bijna 100m de hoogste minaret van Europa. Pas begin 15e eeuw, 150 jaar na de christelijke verovering op de Moren, besloot men de moskee te vervangen door een gigantische kerk in de stijl van die tijd, gotiek, maar de toren werd behouden. Het is de derde grootste kerk ter wereld, na de Sint-Pietersbasiliek in Rome en Saint Paul’s Cathedral in Londen (bron: Trotter).
De kathedraal herbergt het praalgraf met de stoffelijke resten van Christoffel Columbus, de man die in 1492 per ongeluk Amerika ontdekte. Over zijn afkomst – was hij nu een Italiaan of een Spanjaard? – wordt al eeuwen gediscussieerd. We zullen het waarschijnlijk nooit weten.
Feit is dat de kerk gotiek op z’n hoogtepunt (voor mij) is: het verticalisme is hier uitgerokken tot je, met je hoofd in de nek, echt het gevoel krijgt zo meteen God in de ogen te kijken.
Maar dan moet het indrukwekkendste nog komen: het hoofdaltaar. Nog nooit eerder had ik zoiets gezien: een metershoge wand bestaande uit een stuk of 1500 figuren uit hout, die met 1200 kg goud werden verguld en het leven van Christus uitbeelden (bron: Trotter). Het Alta Mayor wordt beschermd door een hek in de platarescostijl, die typisch Spaanse, zeer gedetailleerde kunsttijl uit de 15e eeuw.
Kijk in het midden van de kerk zeker eens omhoog: tussen het hoofdaltaar en het koor werden de gewelven prachtig gedecoreerd.
Het gotische koor is dan weer even groot en indrukwekkend als het altaar. Nu ja, alles in deze kerk moet groot zijn om nog op te vallen, natuurlijk.
Plafonds afwerken in stijl dat doen ze in deze eeuw niet meer maar indertijd konden die Spanjaarden er wat van, zo ook in de Sala Capitular met schilderijen van heiligen gemaakt door Murillo, een bekende Sevillaanse kunstschilder. Niet simpel om er een foto van te maken gezien je maar een klein stukje de ruimte in mag.
Ook het plafond van de ‘antecabildo’, de ruimte voor de kapittelzaal, is er eentje om even bij stil te staan.
Vergeet niet af en toe naar beneden te kijken ook.
In één van de zijkapellen tref je een schilderij van Goya aan, dat de beschermheiligen van de kathedraal of meerbepaald de Giralda uitbeeldt: twee pottenbaksters die door allerlei gruwelijke martelingen om het leven kwamen en zouden zijn begraven op de plek waar nu de kathedraal staat.
De Patio de los Naranjos ofte de sinaasappeltuin is ook nog een restje van de Moorse moskee: hier kwamen de moslims hun rituele wassingen uitvoeren. Vroeger stonden hier palmbomen, tegenwoordig zijn het dus sinaasappelbomen. Hier bevindt zich ook de uitgang van de kathedraal, maar eerst moesten we de Giralda nog beklimmen natuurlijk!
Minaretten zijn niet toegankelijk met een trap; de muezzin liet zich immers per paard langs de 35 verdiepingen tot boven in de toren voeren om de gelovigen op te roepen tot het gebed. Te voet is het wel eens iets anders zo. De uitzichten zijn het klimmetje meer dan waard!
De toren werd omgevormd tot een klokkentoren na de christelijke verovering en in de 16e eeuw werd er een koperen beeldhouwwerk op de top geplaatst, de Giraldillo, dat de overwinning van het geloof moet voorstellen. Een bronzen kopie van het beeld vind je net buiten de kathedraal.
Moet je deze kathedraal bezoeken wanneer je in Sevilla bent? JA. Absoluut!
Andere blogposts over onze citytrip naar Sevilla in november 2017:
- Mijn vijf favorieten in Sevilla: van patio’s over kerken tot flamenco
- Sevilla | Op wandel in de wijk Macarena, part 1
- Sevilla | Op wandel in de wijk Macarena, part 2: Palacio de las Dueñas
- Overnachten in Sevilla met drie eetadresjes – en tapas, uiteraard!
- Sevilla: zonsondergang op de Metropol Parasol en een avondje flamenco
- Sevilla: ontbijt bij Jester, en de tegeltjes van de Casa de Pilatos
- Sevilla: de wijk Alfalfa en lunch bij El Pintón
- Sevilla: de Giralda en de Catedral de Santa María de la Sede
- Sevilla: langs de Guadalquivir naar het Monasteria de la Cartuja
- Sevilla: bezoek aan het Real Alcázar
wow indrukwekkend!