Vijf vooroordelen over een bergvakantie in Zwitserland ontkracht

Enkele jaren geleden schreef ik enerzijds een ode aan Zwitserland, anderzijds een post over de vooroordelen die de meeste mensen over dit prachtige land hebben. Ik ben het nog altijd eens met wat ik indertijd schreef, maar wil toch enkele dingen wat meer in de verf zetten.

“Het is altijd slecht weer in de bergen. Ik wil zon op vakantie want in België is de zomer al triestig genoeg.”

Ten eerste hebben wij door de klimaatverandering tegenwoordig zulke hete zomers dat ik naar Noorwegen zou willen verhuizen als dat even kon. Ten tweede valt het weer in de bergen goed mee, als je een beetje let op naar welke streek je gaat. Het Zwitserse kanton Wallis staat als ‘the sunshine state’ bekend om zijn hoge aantal zonuren; er wordt zelfs wijn geproduceerd in het dal beneden. (Goeie fendant voor bij uw kaasfondue, ah ja!) Het is waar dat ge niet tot ’s avonds laat op een terras kunt zitten keuvelen zonder een dekentje, maar als er op de weerkalender staat dat het 20 graden en zonnig wordt, dan kunt ge er prat op gaan dat ge deze namiddag in uw bikini aan het zwembad kunt liggen. Het is immers zo dat de gevoelstemperatuur in de bergen grotendeels wordt bepaald door de wind die erg kil kan aanvoelen. Zet je uw stoel dus uit de wind in de zon, dan waan je je aan de Spaanse rivièra I swear. Gaan wandelen doe ik dan ook liefst in short en T-shirt, niet veel anders dan thuis! En tot slot zijn de bergen zelfs mooi in de wolken ❤

FullSizeRender(2)
Wandelen tussen de wolken.

“Zwitserland is duur!”

Ik schreef het al in mijn vorige editie: dat hangt er van af. Het ene dorp is duurder dan het ander. Het ene ding – een maaltijd, benzine, een skilift – is duurder dan het andere. Zo kost het bergtreintje naar de Jungfraujoch stukken van mensen, maar kan je in Zinal gratis de bus of de bakjeslift nemen en parkeer je er ’s zomers je auto overal gratis.

“Het eten in Zwitserland is slecht.”

Wie al op skivakantie is geweest, kan dit tegenspreken: er zijn godenmalen als rösti, croute au fromage, kaasfondue, raclette en tartiflette die ervoor zorgen dat ge van al dat sporten in de buitenlucht zeker niet zult afgevallen zijn. Bergmensen zijn kaasmensen: dat is nu eenmaal zo. Al zijn er ook goeie stukjes vlees te vinden (voor de niet-vegetariërs onder ons) want alpenkoeien die de godganse dag vrolijk over een alm mogen huppelen, dat vlees smaakt natuurlijk veel beter dan dat van een uitgebluste koe grootgebracht in een Belgische stal. Naar het schijnt.

IMG_20190708_191024
Wie kan er nu ‘nee’ zeggen tegen kaasfondue?

“Het is veel te toeristisch in Zwitserland.”

Deze stelling geldt voor veel plaatsen in de wereld want waar het mooi is, wil natuurlijk iedereen heen en ook voor Zwitserland moet ik dat deels beamen want de laatste jaren is het zichtbaar drukker geworden op het gemiddelde bergpad. Wengen is het prototype van een dorp dat geleefd wordt voor toeristen en dat dagelijks door hen overspoeld wordt. Zwitserland is er een krak in om alle geschikte hellingen vol skiliften te zetten of spoorwegen aan te leggen tot op duizelingwekkende hoogtes, zodat ze nog meer toeristen kunnen lokken en dus nog meer inkomsten kunnen genereren. Anderzijds zorgt dat ervoor dat ook mensen die minder goed te been zijn nog van de natuur kunnen genieten. En dat je makkelijker op een bergtop raakt die anders onbereikbaar zou zijn. Al kies ik dikwijls voor bestemmingen waar minder liften zijn, zoals Zinal in Wallis.
Er zijn weldegelijk routes, verder weg van liftstations en autowegen, waar je minstens een uur lang geen mens tegenkomt en alleen bent met de vogels, de koeien, de marmotten of eender welk ander beest dat daarboven huist. Dat is genieten met een grote G.

DSC_0800
Er zijn overal treintjes en bergliften in Zwitserland.

“Bergen zijn enkel voor sportievelingen. Ik ga mij daar steendood vervelen.”

Dat dat niet zo is, ziet ge al direct als ge één voet op een bergpad zet: ge zult ervan verschieten hoeveel mensen met kleine kinderen en buggy’s of op teenslippers je tegenkomt in de buurt van een berglift. Dat is namelijk het voordeel van al die skipistes: ook ’s zomers blijven er enkele liften draaien zodat wandelaars of liefhebbers makkelijk tot boven de boomgrens komen en het prachtige uitzicht voor iedereen bereikbaar is. Je kan gaan picknicken aan de oever van een idyllisch meer zonder veel moeite te moeten doen. Er zijn altijd genoeg lager gelegen wandelingen om te maken, waarvan je niet doornat bezweet en met spierpijn voor vier dagen van hoeft terug te keren. Genieten van de bergen hoeft echt geen inspanning te vragen. Je kan kaas of wijn gaan proeven, of meer leren over Alpenkruiden. Je kan naar een geitenboerderij gaan, of een terrasje doen. Bijna elk bergdorp heeft een minigolf, en op rijafstand is er altijd wel ergens een zwembad en/of een wellness. Je kan een stadje in de buurt bezoeken als je de bergen echt beu bent. Opties genoeg…


Ge ziet, het mes snijdt aan twee kanten. Zwitserland blijft mijn favoriet land en dat zal niet rap veranderen. Ik ben er graag, omringd nee omhelsd en beschermd door bergen.

FullSizeRender(1)
Gletsjers en bergen ❤

Zwitserland is namelijk in de eerste plaats o zo mooi. De vierduizenders met hun eeuwige sneeuw en krachtige gletsjers kan je nog met je vingertoppen aanraken (zo lijkt het), toppen van drieduizend meter kan je af en toe beklimmen zonder speciale skills of materiaal. Er wonen hier geen tropische insecten of spinnen, de alpenkoeien zijn over het algemeen vredelievende beesten en je hebt geen berggids nodig om het pad naar een bergtop te vinden of je te beschermen tegen wilde dieren. Er is elektriciteit, warm water en een comfortabel bed. Je kan gewoon in de supermarkt de producten gaan kopen die je kent (en Rivella, natuurijk, Rivella!) en elke dag kaasfondue eten zonder dat iemand je scheef bekijkt. De beloningen met uitzichten tot 360° in de rondte zijn niet gering, en om elke bocht kan je een nieuwe verrassing te wachten staan: een felgekleurd bloemetje, de geur van boven de boomgrens, een steenbok zowaar. Je keert na een tocht in de natuur terug met roodverbrande schouders en knieholtes, pijn in uw longen van de inspanning(sastma) en bovenal het gevoel dat je LEEFT.

Er zijn nog andere redenen waarom je dringend een vakantie naar Zwitserland moet boeken, maar enfin ik dwing u nergens toe, hoe minder volk er komt hoe meer rust ik er vind natuurlijk!

Wat is uw favoriet vakantieland?

5 gedachten over “Vijf vooroordelen over een bergvakantie in Zwitserland ontkracht

  1. Grotendeels met je eens, behalve:
    Zwitserland is duur. Punt. Als je dezelfde kwaliteit hotel wil dan bv. in Duitsland of Nederland, dan zijn de Zwitserse hotels pokkeduur. Idem voor maaltijden op restaurant en vooral wijn. Ik zie op mijn trip report van 2019 dat we toen al (!) 8 SFR betaalden voor een glas van 100 cl lokale wijn.
    Maar wel een fantastisch mooi land, het meest veelzijdige van Europa kan je wel stellen.

    1. Ik betaal met graagte wat meer, al vind ik de liften dikwijls peperduur: 80chf om te gaan wandelen is dat dan eigenlijk, met ons twee. altijd slikken! al zijn er ook regio’s waar je kortingen krijgt of de liften helemaal gratis zijn. Alleszins, ik ga nooit beweren dat Zwitserland goedkoop is:)

      1. In Saas (Fee/Almagell/Grund) waren de liften gratis. Daar betaalden we dan weer een veelvoud aan verblijfstaks tegenover andere plaatsen. Ach ja, het is een schitterend land en je moet er wat voor over hebben.

  2. Heel fijne herinneringen aan vakantie in Zwitserland. We verbleven daar toen ook in een appartement en kookten geregeld zelf. Dat hielp wel om het budget onder controle te houden.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.